Bert Bokhoven over vreemd gaan

01-09-2017 11:47

In toenemende mate maak ik in mijn omgeving mee dat mensen vreemd gaan. Omdat ik niet goed weet wat ik daar nu van moet vinden, dacht ik dat het wel weer eens goed zo zijn om bij Bert Bokhoven, de onbekende filosoof,  langs te gaan en dit onderwerp aan de orde te stellen. Gezien Bert’s fenomenale  ervaring in ’s mensens beweegredenen, zijn unieke empatisch vermogen om zich in te leven in de vreugden en behoeften van de medemens, zal Bert ongetwijfeld met een waardig en tijdloos advies komen.

Bert’s eerste reactie was direct de wedervraag, want vind je er eigenlijk zelf van. Nou, Bert, het is voor mij nogal verwarrend. Enerzijds is vreemd gaan natuurlijk heel spannend en ook aantrekkelijk om eens een ander toetje te proeven, anderzijds heurt het natuurlijk helemaal niet om je partner te bedriegen. Vroeguh, had ik nog wel eens van die stille gedachten dat ik het toch eigenlijk wel heel  prettig zou vinden om een vermoedelijke maîtresse te hebben. Geen echte dus, maar een vermoedelijke. Zo iemand waarvan iedereen denkt dat je er iets mee hebt, maar wat niet het geval is. Dat maakt het op zich al heel spannend. En het heeft een hoog olalah gehalte !    

Juist, zei Bert, ik snap het. Maar als je terug gaat naar de basis moet je constateren dat je strikt volgens de definitie pas vreemd kunt gaan als je een (huwelijks)partner hebt. En als je geen partner (meer) hebt, kun je per definitie dus ook niet vreemd gaan. Jammer, Bert, dan zit er voor mij dus niets anders op dan dat ik doe alsof ik doe alsof. Leuk zo’n zin zegt Bert. Ben benieuwd of er iemand snapt wat je bedoelt als je zegt dat je doet alsof je doet alsof. Maar doen alsof je doet alsof maakt het wel weer heel spannend.

Maar Bert, wat vind je er dan van om een dame die geen pyjama heeft, voor te stellen of zij met je wil knuffelen, terwijl zij slechts haar natuurlijke outfit draagt. Nou, zegt Bert, als je doet alsof je vreemd gaat dan hoort dat er toch ook wel een beetje bij. Toch ? En, zegt Bert, ik ben heel vroeger ook wel eens stout geweest en heb daar nooit spijt van gehad. Zeker niet als je in de gelegenheid zou zijn om zo zonder pyjama in je blote niks lekker te kletsen in een warm waterbed. En je weet maar nooit wat er verder nog van komt. Maar daar ben je zelf bij. En als je daar allemaal niet zo’n punt van maakt, ben je ook weer terug bij een uitspraak van mijn gewaardeerde collega-filosoof Buddha: “als het je niet kan schelen waar je bent, kun je ook niet verdwalen”.

Als ik jou was, jongen, zou ik het maar heel luchtig opvatten en maar zien wat er gebeurt. Wat moet ik er anders van zeggen dan dat als beide partijen dat prettig vinden en ze elkaar geen schade berokkenen, er dan eigenlijk niets op tegen is. Ze hoeven zich tegenover niemand te verantwoorden. In mijn tijd lag dat anders, zei Bert, maar gelukkig is dat toch wat genuanceerder geworden. En, zegt Bert, het is toch ook heel spannend om met iemand een discreet geheim te hebben. Daar kun je vast op de vreemdste momenten heel veel plezier om hebben. Heeft toch ook weer iets van die vermoedelijke maîtresse van je. Maar verder heb ik er helemaal geen verstand van hoe zoiets gaat. Daar ben ik te oud voor, besluit Bert.  

Vond het wel een interessante visie van Bert. Misschien kan ik er nog wel eens iets mee. Dank Bert voor je advies.