Bert Bokhoven over ondeugend zijn

06-05-2016 22:12

Op een dag belde Bert Bokhoven, de onbekende filosoof, mij op. Hoogst ongebruikelijk want Bert is niet zo van dat bellen. Bert geeft er de voorkeur aan om, ondanks zijn haast wel legendarische bescheidenheid, zijn intellectuele spitsvondigheden face to face te delen met zijn bezoekers. Simpele zielen, zoals ik, die veelal Bert’s raad nodig hebben om zich staande te houden in een wereld waarin zij zich vervreemd voelen.

Zoals gezegd, Bert belde om mij uit te nodigen om eens langs te komen. Hij had namelijk iets ondeugends gedaan en dat wilde hij mij graag toevertrouwen. Uitzonderlijk want ik ken Bert niet als iemand die zomaar iets ondeugends doet. Ik spoedde mij dan ook naar Bert.

Bert wachtte mij op en aan zijn pretoogjes kon ik zien dat Bert iets gedaan had wat hij leuk vond. Maar ik denk dat het ook niet door de beugel kon.

Wel, Bert, vertel, nodigde ik hem uit. Wel zei Bert, ik ben onlangs in een feestwinkel geweest en daar hadden ze stinkbommen en sprays met poepgeur. Ik heb dat allebei gekocht en mij vervolgens verkneukeld met de gedachte wat ik daar allemaal mee kon. Het was geweldig om dat allemaal te bedenken. Niet dat ik dat zou doen, maar het idee alleen al. Great. Maar op een dag was ik op bezoek bij mijn oude moeder. Helaas was mijn moeder licht dementerend en verbleef zij in een verzorgingstehuis. Samen met een aantal lotgenoten deelde zij daar een huiskamer. Je kon nog goed met mijn moeder praten en dat was altijd heel gezellig, ook al kon zij zich heel veel niet meer herinneren. Heel pijnlijk soms, maar het is niet anders. Zij werd er goed verzorgd en had het naar haar zin. En hoewel ze nooit klaagde en absoluut niet moeilijk was, stoorde zich buitenproportioneel aan het gedrag van een lotgenote. Een vervelend mens dat steeds aan iedereen aandacht vroeg, zich overal mee probeerde te bemoeien en steeds in huilen uitbarstte. Daarnaast was ze nog heel lelijk ook. Ook ik, had plaatsvervangend, een hekel aan haar, ook al hoort dat toch niet bij een ontwikkeld filosoof, hoewel onbekend.

En, bekende Bert, op een dag was ik er weer en er was niemand van de verpleging op de afdeling.  Toevallig had ik mijn poepspray bij me en ik kon het echt niet laten om dat akelige mens helemaal in te spuiten. Ik vond het hilarisch en ze stonk de hele boel bij elkaar. Alle andere bewoners keken op, maar zodra ze haar roken wisten ze toch al niet meer wat er gebeurd was. Laat staan dat ze konden vertellen dat ik het gedaan had.

Enkele minuten later komt de verpleging binnen terwijl ik weer rustig koffie zit te drinken met mijn moeder. Mijn moeder die het plotseling ook wel heel erg vond stinken. Evenals de verpleging. He gadver, riep de verpleging onthutst. Wat heeft u nu weer gedaan mevrouw van Oostende-Bensdorp ? Wat is dit ? We gaan u eerst maar weer eens schoonmaken. Bah ! Grote bah ! En mevrouw van Ostende-Bensdorp werd meegenomen. Ik had me een lol, vertrouwde Bert mij toe. Hoe simpel kan een mens zijn. Zelf ik dus.

Enige tijd later kwam de verpleegster terug en vertelde mij dat ze mevrouw zich helemaal niet bevuild had. Ze snapte er niks van. Ik had inwendig vreselijke pret. Temeer omdat niemand zo’n keurige meneer als ik soms lijk, verdenkt van zo’n streek.

Bert, je spoort niet, was het enige wat ik er nog op kon zeggen.