Bert Bokhoven over melancholieke mannen

20-09-2012 10:24
Bert Bokhoven – de onbekende filosoof – zou genoten hebben van de film "Gianni e le donne". Een film over het afscheid nemen van het werkzame leven. En leven waarin mannen nog een positie hadden. Een positie met aanzien, invloed en macht. "Gianni e le donne" gaat over de melancholie van oudere mannen. Over oudere mannen die bij elkaar zitten en het leven bespreken, maar vergeten het te leven. Het natuurlijk gaat het niet over mij, maar over de rest. Over bijna iedereen dus.
 
Als Bert hier zijn licht over zou hebben laten schijnen zou hij tot de verbluffend eenvoudige conclusie zijn gekomen, dat het eigenlijk onbedaarlijk grappig is om gewoon te zijn. En gewoon als ieder ander ouder te worden. Iedereen probeert anders dan anderen te zijn. Iedereen probeert zo krampachtig anders dan gewoon te zijn. Bert brengt ons met zijn vlijmscherpe analyse tot het verhelderende inzicht hoe dwaas sommige ouderen zich gedragen om te laten zien hoe jong ze nog zijn. Velen hebben de misvatting dat zij uniek zijn, maar juist door hun dwaasheid zijn ze weer hetzelfde als de meeste van al die anderen. Want volgens de benadering van Bert maakt dat nu juist dat je hetzelfde bent. Dat je heel gewoon bent.  
 
Diepgaand  onderzoek van Bert zou zonneklaar aan het licht gebracht hebben dat de ouder wordende mensch de voordelen van het heden rationaliseert. Het “het mag niet meer” wordt vertaald naar “het hoeft niet meer”. Onderzoek toont aan dat het rustig om je heen wordt. Een natuurlijke, biologisch ingegeven ontwikkeling  die de oudere man bewust ook zoekt omdat hij de hectiek niet meer aan kan.  De denkbeelden staan veelal vast; meningen worden niet meer aangepast. Het is zoals hij vindt dat het is. Nieuwigheden zijn niet nodig; daar is geen tijd voor. De werkelijkheid ligt echter anders, aldus Bert.  De pensionado begrijpt het niet meer. De wereld is niet meer van hem. Hij treedt bij voortduring in herhaling, al zijn verhalen zijn niet nieuw meer. En, er gebeurt niets meer. Behalve misschien nog voor de kinderen, is de pensionado voor niemand meer interessant.
 
Je komt op een punt dat je het verder wel kunt vergeten. Het wordt alleen maar slechter. Je bent heel definitief over je hoogtepunt heen. Het hoeft allemaal niet meer. Eindelijk. Je beseft toch wel dat je vanaf dat moment ontoerekeningsvatbaar verklaard bent. Niemand ontkomt daar aan. Het wordt allemaal iets minder. Ader­verkalking rukt op. Het lukt nog maar twee keer in de week. Je wordt wat trager en begrijpt de jeugd niet meer zo goed. Je leest ook al alle overlijdensadvertenties in de krant. En stiekem bij de tandarts de senioren bladen vol advertenties over instapbaden, steunzolen en bruingetinte energieke anderen. Kortom, je zou het niemand toewensen. Maar het gebeurt je en ineens ben je er nog blij mee ook.
 
Volgens de inzichten van Bert een groot sociaal probleem, maar er zijn ook oplossingen. En gelukkig kan Bert ons ook hier uitzicht bieden op een briljante maar simpele oplossing. Simpel in al zijn eenvoud. Een oplossing zo kenmerkend voor Bert. Immers, men  mag nu weer een vriendin nemen. Niemand die het nog kwalijk neemt. Men mag nu ook op zaterdag­middag in de kou rondtoeren in een oude sportwagen met open dak en denken dat alle vrouwen kijken. Dat men kou vat en spierpijn krijgt, hoeft niemand te merken.
Men mag nu meedoen aan al die filo­sofische beschouwingen over de kwaliteit van het leven en men slikt 's winters al die vitamine­pillen van Dr Vogel. En als men een hekel hebt aan grijs, mag men  vanaf heden je haar verven. En ook al zijn er wel eens van die momenten dat men zich in de gracht zou willen laten rijden, is dat toch niet aan te bevelen. Immers de basis van het denken van Bert is gelegen in de filosofie “tel zegeningen in plaats van schaapjes”. En dit inzicht leidt tot interessante oplossingen. Wat dacht je er immers van om je 60e verjaardag pas over 11 jaar te vieren. Niemand die het zal merken. Een volgend lonkend perspectief is ongetwijfeld de mogelijkheid om korting op treinreizen te krijgen (in de daluren) en op mid­weekar­rangementen bij Center Parcs. Dus waarom nu eigenlijk getreurd; het hoort er nu eenmaal allemaal bij.
 
 
Interessant is de stelling van Bert dat de pensionado steeds meer in het verleden gaat leven. Soms een mooi verleden waar hij naar terug verlangd, ook al weet hij heel goed dat het niet meer bestaat. En daar wordt hij melancholiek van. Het leven dat toen echt niet zo mooi was als nu gedacht wordt. Maar het maakt je gelukkig. En dan breekt ook de periode aan dat vrouwen niet meer naar je kijken. Maar dat heb je niet meer door.  En dat is misschien maar goed ook.
 
 
Peter Tersteeg