Bert Bokhoven over een goed mens zijn

21-08-2024 16:59

Op de vraag “wat wil je later worden ?” antwoordde nichtje Feline (10 jaar oud): een goed mens. Een verrassend antwoord voor een kind van 10. Interessant om eens aan mijn goede vriend Bert Bokhoven, de onbekende filosoof, voor te leggen. Bert Bokhoven: een groot man. Een briljant denker. Een uitmuntend filosoof, ook al heeft hij dat zelf niet in de gaten. Bert was een persoon van eenvoudige gewoonten, maar met een geest die de diepten van het bestaan verkende zoals weinigen dat konden. Zijn leven was een samenspel van observatie, contemplatie en het zoeken naar de kern van de menselijke ervaring.

 

Ontwapenend, was Bert’s eerste reactie. Een mooi voorbeeld hoe puur en simpel kinderen kunnen denken als zij nog een heel leven voor zich hebben en vol vertrouwen hun toekomst tegemoet gaan. Niet wetende wat hen, zowel in positieve zin maar helaas ook in negatieve zin te wachten staat. En hoe zij soms door de omstandigheden, geheel buiten hun schuld, hun ideaal om een goed mens te zijn niet kunnen realiseren.

Oprecht zijn, eerlijk zijn, authentiek zijn, compassie hebben. Een open deur, maar merkt Bert op, het is ingewikkelder dan je in eerste instantie denkt. Want, wat is nu eigenlijk een goed mens ? Het is niet zo eenvoudig om te zeggen wanneer een mens “goed” is en wanneer niet. We weten immers niet waartoe mensen dienen. En dat maakt de teleologische verklaring van collega Aristoteles lastig waar het gaat om het doel van een ding. Als je het doel van een ding weet, weet je ook wat een ‘goede’ en wat een ‘slechte’ versie van het ding is. Zo is een goed oog een oog dat scherp ziet. Bij de mens is een ‘goed’ leven dus een leven waarin we ons doel verwezenlijken of waarin we alle eigenschappen die ons tot mens maken benutten. Een mens is ‘goed’ als hij zijn aangeboren eigenschappen gebruikt. Maar, merkt Bert bescheiden op, daar valt ook nog wel wat op af te dingen. Want wat doe je dan met aangeboren “slechte” eigenschappen.

Het benutten van je talenten sluit aan bij het verhaal “Bert Bert Bokhoven over de hemel“ (2015) waar een man overtuigd was  dat hij in de hemel zou komen omdat hij een goed mens was. De geestelijke die de uitvaartplechtigheid leidt en de mensen die met een korte toespraak afscheid van hem nemen, prijzen hem de hemel in. Maar zo gemakkelijk gaat dat niet. Bij de hemelpoort aangekomen blijkt de man voor een toelatingscommissie te moeten verschijnen. Die commissie adviseert Petrus wie hij wel en niet in de hemel moet toelaten. In dit geval luidt het advies: niet opnemen. De wanhopige man, die voorziet dat hij nu tot in eeuwigheid in de hel moet verblijven, smeekt Petrus om een persoonlijk onderhoud om zijn zaak alsnog te bepleiten. Dat wordt hem toegestaan. Tijdens het gesprek vertelt hij Petrus hoe netjes en oppassend hij altijd heeft geleefd. ‘Met alle respect,’ roept hij aan het eind van zijn pleidooi vertwijfeld en bozer uit dan hij ooit tijdens zijn leven is geweest, ‘maar ik snap niet waarom iemand als ik niet de hemel in mag.’ ‘Als het u helpt,’ antwoordt Petrus onderkoeld, ‘wil ik u bij hoge uitzondering wel vertellen waar de commissie haar advies op heeft gebaseerd.’

Petrus slaat het dossier open dat hij voor zich heeft liggen en leest: ‘De commissie baseert haar negatief advies op haar oordeel dat betrokkene niet gelukkig en betekenisvol genoeg geleefd heeft en ook in andere opzichten niet optimaal heeft gebruikgemaakt van de hem geboden mogelijkheden.’

De man hoort Petrus stomverbaasd aan. Als hij weer enigszins bij zinnen is, zegt hij bijna hakkelend: ‘Maar dat kan je... dat kan je toch van zoveel mensen zeggen, dan komt er toch praktisch geen mens meer de hemel in!’ ‘Daar hebt u meer gelijk in dan u denkt,’ antwoordt Petrus. ‘Want er wordt hier inderdaad niemand tot de hemel toegelaten. Sterker nog, er is hier helemaal geen hemel! De hemel is waar u zojuist vandaan bent gekomen. Of althans, daar had hij kunnen zijn. Mensen scheppen de hemel. Of niet. Tegen de tijd dat wij eraan te pas moeten komen, is het in ieder geval te laat.

'Tja', zegt Bert tot slot, 'ik weet het ook niet'. 'Misschien is dit verhaal wel niet het antwoord op de vraag, maar het is wel interessant genoeg om er eens verder over na te denken'.

Ondanks alle filosofische theorieën is het antwoord van Feline toch eigenlijk een briljant antwoord. Het is de kern van ons bestaan. Doe gewoon wat goed is. Wees een goed mens. En instinctief weten we allemaal eigenlijk wel wat dat is. De commissie zal je vast in de hemel toelaten ! Succes.

 

 

Peter Tersteeg