Bert Bokhoven over de verloren koninkrijkjes

20-01-2013 13:51

Regelmatig kom ik in de hoedanigheid van professionele zaalvulling op zakelijke partijtjes. Daar kom ik dan ook die heren tegen, die na een geslaagde carrière de overgang van de macht naar de invloed (nog) niet hebben kunnen maken. Zij zijn blijven hangen in hun roemrijke verleden toen zij nog een eigen koninkrijkje hadden. Het heeft iets triests als je het zo bij elkaar ziet.

Een merkwaardig fenomeen dat ik graag eens aan Bert Bokhoven – de onbekende filosoof – wil voorleggen. Wellicht kan hij met de hem zo kenmerkende eenvoud zijn briljante licht eens laten schijnen over dit, voor heren van een zekere leeftijd, zo trieste onderwerp. Daar Bert al eens eerder mijn denkproces begeleid heeft over het onderwerp “als vrouwen niet meer naar je kijken”, kan ik mij voorstellen dat Bert ook een duidelijke en kernachtige visie heeft over deze mannen die in het verleden leven.

In zijn benadering merkt Bert op dat sommige functionarissen blijvend herinnerd (willen) worden aan hun glorieuze verleden omdat zij sommige versierselen van hun functie houden. Bijvoorbeeld een generaal, die niet meer in functie is, houdt zijn rang met toevoeging van het predikaat “ (b.d.)”. Generaals, die moeten zien te overleven in een vreemde wereld. Een wereld die niet snapt wat al die lintjes betekenden, die zij op het uniform mochten spelden. Sommigen lopen krom van de verdiensten. Prachtige hangers, maar er zijn geen tegenhangers: de versierselen voor als je eens iets fout deed. Ik ben het eens met Bert dat het merkwaardig is, dat iemand een speldje krijgt omdat hij in Bosnië gewerkt heeft; als ik in het buitenland had gewerkt kreeg ik daar nooit een speldje voor.

Ook merkwaardig is, dat professoren, die met emeritaat gaan, hun titel en de daarvan afgeleide status houden. Ook hun wereld is er voor hen niet meer. Koningen zonder koninkrijk.

Bert wijst mij vervolgens op die bestuursgeile mannetjes: de dictatortjes in de besturen van Verenigingen van Huiseigenaren van pensionado’s. “Belangrijke” functies waar zij zich nog helemaal kunnen laten gelden. De wereld is veranderd en dat hebben zij niet gemerkt. Ontzielde lichamen uit een wereld die niet meer bestaat. Wie zijn zij zonder hun verleden.

Maar, stelt Bert, er is gelukkig geen titel voor een directeur buiten dienst. Toch leven ook velen van hen in het verleden. Op de vele bijeenkomsten, die in het teken staan van het ‘netwerken’ kom je ze allemaal weer tegen. En ze hebben het er allemaal over wie ze waren. Wie ze zijn is kennelijk al zo weinig interessant geworden dat daar nauwelijks over gesproken wordt. Alleen de materiële successen van hun roemrijke verleden moeten uitgebreid geëtaleerd worden. Het stemt mij droef.

Natuurlijk zijn er ook goede uitzonderingen. De voormaligen die hun draai gevonden hebben en gelukkig zijn over wie zij nu zijn.
Bijvoorbeeld een Cruijff die zijn talenten heeft gebruikt, ook nadat hij profvoetballer af was. Cruijff wordt gerespecteerd om de persoonlijkheid die hij is.

Het doet pijn om afscheid te nemen van het verleden. Er is echter ook een heden waar je het respect krijgt voor wie je nu bent. En dat is mooi. Als je daar nu op richt, zegt Bert, dan is het niet zo moeilijk allemaal.

Peter Tersteeg
Directeur (b.d.)


PS de illustratie is een afbeedling van het schilderij “the Ugly Duchess” van de Vlaamse schilder Quentin Massys  (1465-1530). In haar geval was haar verleden misschien vriendelijker voor haar dan haar (vroegere) heden.