Bert Bokhoven ontmoet zijn dochter

16-01-2014 23:44
Jaren geleden zat ik in Nepal in de bus. We gingen met een groot aantal kinderen naar de dierentuin. Daar waren zij nog nooit geweest. Het was voor iedereen een spannend avontuur. Helemaal met de bus naar Kathmandu. Het was een vrolijk gebeuren in de gammele bus, vol zingende kinderen en enkeling die kotsend uit het raam hing.
 
Te midden van de chaos zat ik met een klein meisje van zo’n jaar of vier op schoot. Wij hadden het kind en haar zusjes uitgenodigd om ook mee te gaan. Eens was mijn vrouw hen op een avond in de stromende regen tegengekomen. Zij zwierven op straat omdat hun ouders te dronken waren om voor hen te zorgen.  Wij hebben de kinderen toen een tijdje opgevangen is Noble House: het familiehuis dat wij enkele jaren geleden in Nepal hebben opgezet. Later wilden de ouders de kinderen weer terug om er verder niet voor te zorgen. Maar wat kun je doen ?
 
De dag daarvoor waren we de kinderen weer op straat tegen gekomen en ze mochten van ons mee naar de dierentuin. Deze kleine kinderen waren om 5 uur ’s morgens thuis vertrokken en om zes uur stonden ze al bij Noble House. In de blijde verwachting mee te mogen. Aandoenlijk als je dat zo ziet gebeuren.
 
Terwijl ik zo met dat kleine meisje op schoot zat, moest ik denken aan de toekomst die voor haar lag. Een trieste toekomst zonder vreugde en geluk. Een zwaar leven vol alcohol en ellende zou haar zeer waarschijnlijk ten deel vallen. En voor dit kind, dat nu nog veilig op mijn schoot zat, kon ik helemaal niets doen. Het stemde mij bedroefd. En terwijl ik daar zo over na zat te denken,  zat Sirjana – een meisje van 5 jaar oud - naast mij op de bank. Ze zat mij aandachtig te observeren en zei ineens tegen mij “you cry”. “Natuurlijk niet”, zei ik, “hoe kom je er bij”. “Ik krijg een beetje vochtige ogen van de wind”.  Ze keek me aan met zo’n blik van “mij maak je niets wijs”.

Op dat moment konden we geen van beiden vermoeden dat Sirjana jaren later onze adoptie dochter in Nederland zou zijn. Een geweldige dochter die wij nu groot mogen brengen. Een schone taak en de mooiste plicht die je als mens kunt hebben.
 
En soms denk ik nog wel eens aan dat andere meisje.
 
Peter Tersteeg