Bert Bokhoven ontmoet Johan Cruijff
Johan Cruijff was een voetballer. Maar ook een self-made
filosoof. Ook al had hij dat zelf niet door, misschien. Hij keek en vond iets.
Zoals hij altijd iets vond. Met zijn eigen logica. Soms onnavolgbaar; zoals hij
ook voetbalde.
Zoook keek hij naar iemand, die worstelde met de vraag of je
altijd voor iedereen klaar moet staan om te helpen. Cruijff keek er naar. Bert Bokhoven, de onbekende filosoof, ook. Ze waren het eens. En vonden er iets
van: “elk nadeel hep zijn voordeel”
Natuurlijk zou Bert Bert niet zijn als hij niet nog een
briljante wending aan zijn ontmoeting met Cruijff zou geven. Dan zijn we dus
toch weer terug bij onze vrienden, de Chinese filosofen, merkt Bert op. In het Chinees is het
begrip crisis namelijk opgebouwd uit de karakters voor 'bedreiging' en 'kans'.
Men ging er daar toen al van uit dat er een samenhang bestaat tussen deze
schijnbare tegenstellingen. Dat een crisis dus niet alleen maar bedreigend
is. Ook voor ons is dit van toepassing. Een crisis is immers een normaal
proces, vergelijkbaar met ziek worden, ziek zijn en beter worden. In
wezen vertrouwde situaties waar wij in ons dagelijks leven heel vanzelfsprekend
mee omgaan. Cruijff snapte dat. Intuïtief. Met zijn onnavolgbare logica. Met
zijn nadelen, die ook voordelen hebben. Universele wijsheid van een man, die
uitgedacht had dat je een wedstrijd altijd won door meer doelpunten te maken
dan je tegenstander. Groots, om zo tegen het leven aan te kijken. Zo simpel. En
vaak zo waar.