Bert Bokhoven over domme vragen

31-05-2013 10:36

In een grijs verleden was er ooit een "trainer" die tegenover de groep staand, verklaarde goed nieuws te hebben. Het goede nieuws was volgens hem, dat er nu eindelijk antwoord was op de vraag of er een "domme vraag" bestaat. Het antwoord was: ‘Ja, de domme vraag bestaat, want de domme vraag is de vraag die je niet stelt !’ In al mijn bescheidenheid vroeg ik het woord en zei: ‘Als ik geen vraag stel, hoe kan die vraag dan dom zijn ?’ Het kwam na die dag tussen mij en de trainer niet meer goed. Bert, ‘ik zou het zeer op prijs stellen als u uw licht zou willen laten schijnen over dit voorval.’

‘Een interessant gebeuren’, is de eerste reactie van Bert Bokhoven, de onbekende filosoof.  ‘Als ik er zo eens over nadenk, speelt hier niet de discussie over de domme vraag, maar gaat het om het ego van de trainer. Een trainer die een stelling poneert waar hij niet echt over nagedacht heeft. Vervolgens intellectueel aan de kaak gesteld wordt en dan geconfronteerd wordt met zijn eigen onvermogen.’ ‘Bert, een nieuwe invalshoek. En wederom een vlijmscherpe en verhelderende analyse van de situatie.  Typisch Bert zoals we hem kennen.

‘Maar’, vervolgt Bert, ‘over de domme vraag valt ook nog wel wat meer te zeggen.  Mij dunkt dat de domme vraag inderdaad bestaat, maar niet zoals ons trainertje de domme vraag definieert. Een domme vraag is immers niet de vraag die niet gesteld wordt. Dat is gewoon de ongestelde vraag die we periodiek tegen komen,’ glimlacht Bert nuancerend om zijn eigen woordspelletje. ‘Een domme vraag die niet gesteld wordt is immers an sich niet dom, je zou hoogstens kunnen stellen dat het niet stellen van de vraag dom is van de potentiele vragensteller. Potentieel omdat hij in theorie die vraag had kunnen stellen.’

‘Een domme vraag is een vraag over een onderwerp dat iemand in alle redelijkheid al had kunnen weten. Het naar de bekende weg vragen. Maar om het complex te maken,’ zegt Bert, ‘geldt dat alleen voor het type domme vragen waar naar bekend veronderstelde feitelijkheden gevraag wordt, zonder verdere bijbedoelingen. Een domme vraag kan immers hoogst intelligent zijn als er een hoger doel mee nagestreefd wordt. Bij voorbeeld om een discussie op gang te brengen of om iemand van zijn voetstuk te halen, zoals in het geval van de trainer.’ 

‘Wat dacht je in dit verband van de vraag “Laat u zich liever oraal bevredigen door Andries Knevel ?”

‘Toch heel interessant’, zegt Bert. ‘De vraag zal iedereen in opperste verwarring brengen en zal al gauw als een domme vraag betiteld worden. Maar niet op grond van de essentie: het ontbreken van “dan wat”. De context van wat namelijk al zo afschuwelijk is dat alleen de suggestieve actie van Andries Knevel nog erger is, ontbreekt bij de vraagstelling. De afschuwelijke vraag alleen al verbloemt het echt domme element in die vraag. Anders wordt het als de vraag nu als antwoord gegeven wordt: “ik laat mij nog liever oraal bevredigen door Andries Knevel !”. Dan weet je onmiddellijk wat er aan de hand is.’ ‘Bert’, zeg ik, ‘je bent weer behoorlijk op dreef. Ik begrijp wat je bedoelt.’

‘Soms stel ik zelf werkelijk heel domme vragen’, erkent Bert. ‘Maar het doet mij dan plezier als ik zie dat men denkt dat het een slimme vraag is, juist omdat ik hem gesteld heb. Dat vind ik helemaal geweldig. En, ‘gaat Bert verder’, ik zeg ook wel eens dat ik helemaal niets kan.  Dat is ook echt zo, maar niemand gelooft dat. Dat is toch vreselijk grappig’, zegt Bert met pretoogjes.

‘Maar even terug naar de domme vraag. Sommigen classificeren een vraag als dom door het enkele feit, dat ze niet begrijpen dat er een hele gedachtewereld achter zit. Het gaat dan ook daar weer om de intellectuele vermogens van de persoon in kwestie.'

Als gedachte-oefening, zegt Bert, wil ik je graag de volgende vraag meegeven om vervolgens eens te doordenken of ie vraag dom is: Kun je antwoord geven op een vraag die niet bestaat ?