Bert Bokhoven over de onmisbare deskundigen

06-09-2017 08:56

Tjonge jonge, heb je dat nu ook Bert ? Je komt bij voortdurend allerlei mensen tegen die het allemaal zo goed begrijpen. Ik word er niet bien van. Al die onzin van mensen die tot allerlei, veelal volstrekt willekeurige conclusies komen. Soms wetenschappelijk onderbouwd, beweren zij. Het wemelt van de deskundigen. Elk praatprogramma zit er vol mee. Hoe is het toch mogelijk dat we ooit zonder deskundigen hebben kunnen leven.

In de hoop enige helderheid te krijgen in de brei van deskundigheidsaanbiedingen dacht ik maar weer eens langs te gaan bij Bert Bokhoven, de onbekende filosoof. Bert met zijn welhaast ongeëvenaarde inzicht in ’s mensens motieven en beweegredenen. Bert, die veelal richting kan geven aan mijn convergerende denkwijze, kan wellicht ook op dit onderwerp van bijzondere betekenis zijn. Vandaar dus. Als het ware.

Bert, zei ik toen ik had plaatsgenomen in een van zijn comfortabele stoelen in zijn werkkamer, ik had deze week een wat merkwaardige gedachte. Ik besef het ten volle. Ik bedacht mij namelijk dat als ik mij vandaag zou ophangen, er morgen allerlei deskundigen zouden opstaan om te vertellen dat zij weten waarom ik dat gedaan had. Het tragische is evenwel dat als ik mij niet ophang, zij ook weten waarom dit is. Kortom, die deskundigen weten alles. Daarom noemen ze zich ook heel onbescheiden gedragsDESkundigen, daar waar in andere disciplines sprake is van bijv bedrijfskundigen, weerkundige etc.

Zo had ik eens het gedicht “Drommen, dolende dragonders” gepubliceerd op een website. Onmiddellijk doken er deskundigen op die gingen uitleggen wat de schrijver er mee bedoeld had. De discussie stopte, toen ik als de veroorzaker van het gedicht opmerkte dat ik er helemaal niets mee bedoeld had omdat het gewoon voortkwam uit een te grote hoeveelheid genuttigde alcohol tijdens mijn studententijd. Nu zo’n 300 jaar geleden.  

Mijn twijfels heb ik ook over geschiedkundigen die soms eeuwen later het gedrag en de motivaties gaan verklaren van historische figuren.

Het toppunt van nonsens deskundigen kwam ik tegen op een site over natuurlijk leiderschap. Daar hadden ze pas deskundigen. Een leiderschap specialist annex team-bewustmaker en uitvinder die vanuit zijn creatieve geest mensen weet te inspireren en uit te dagen tot nieuwe manieren om tot het resultaat te komen dat zij zelf voor ogen hebben. Hij ondersteunt mensen hun bewustzijn te vergroten, hun potentieel te benutten en hun vaardigheden uit te bouwen. Zijn expertise werd aangevuld met een collega deskundige die zich etaleert als een roekeloze dromer, een essentialist en tropenganger en vanuit die deskundigheid in teamtrajecten zorgt voor ‘alle hens aan dek’ en streeft resultaten na waar iedereen ’s ochtends zijn bed voor uit wil komen. Dan is er nog een betekenisgever annex change initiator en vrolijke noot die zich er in heeft verdiept hoe, waarom en wanneer mensen leren en zichzelf ontwikkelen. Ook de wijsheer, integraal reflector en affectie counselor ontbreekt niet in het rijtje deskundigen.  Evenals een onthuller, katalysator en bekrachtiger. Wie besteed er geld aan dit soort onzin. Kan mij niet voorstellen dat een zichzelf respecterend commercieel bedrijf zijn medewerkers naar dit soort cursusbureua’s stuurt. Bert, ik moet bekennen dat ik nog nooit zo veel verbale diarree van expertises ben tegengekomen. Het doet mij denken aan titelzucht. En die kneuzen in programma’s als Idols, X-factor etc waarbij de evidente losers altijd de boodschap meekrijgen dat ze – hoewel ze geen ronde verder komen- toch eigenlijk wel heel, heel erg goed waren. Bert, wat vind je hier nu van ?

Bert dacht eens even na en kwam vervolgens met de opmerkingen dat dit laatste nu typisch een voorbeeld is van mensen met een gegeneraliseerd levensincompententiesyndoorm.  Zij voelen zich existentieel verloren en willen graag voor vol aangezien worden. Het Grote Niets zien zij niet als een uitdaging maar als een schrikbeeld, waar zij zich niet los van kunnen maken. Hun diepgewortelde verlangen om iets te zijn uit zich in dergelijke semi-wetenschappelijke onzin. In de hoop dat dit in de no-nonsense wereld niet opvalt. Jammer dus. Maar laat het vooral zo, merkt Bert tot slot op, er is geen eer aan te behalen.  De arrogantie van het gelijk voelen zij aan hun zijde en zij kijken slechts meewarig naar hun niet wetende mede-mens. Wees gelukkig, vertrouwde Bert mij toe, dat je in dit geval tot die laatste groep mag behoren. 

 

Peter Tersteeg